Huis verkopen na het overlijden van je partner: 7 scenario’s voor de langstlevende
Laatst bijgewerkt: 20-05-2023
In dit artikel:
- Inleiding
- 1. Geen testament, oud erfrecht (overlijden vóór 2003)
- 2. Geen testament, nieuw erfrecht (overlijden ná 2003)
- 3. Stilzwijgend vruchtgebruik uit oud testament
- 4. Ingeschreven vruchtgebruik
- 5. Stiefouder & wilsrecht
- 6. Modern langstlevende-testament
- 7. Verkoop onder de marktprijs aan één kind
- Slot: zo voorkom je conflicten
Als langstlevende partner kun je voor lastige keuzes komen te staan zodra je het gezamenlijke huis wilt verkopen na het overlijden van je partner. Welke regels gelden er? Wanneer mogen de kinderen hun kindsdeel opeisen? En wat betekent vruchtgebruik precies in de praktijk? In dit artikel lees je zeven veelvoorkomende situaties, inclusief tips om problemen te voorkomen.
1. Geen testament, oud erfrecht (overlijden vóór 2003)
Bestond er geen testament én is je partner vóór 1 januari 2003 overleden? Dan zijn jij én de kinderen allemaal mede-eigenaar van de woning. Voor een verkoop huis heb je dus de handtekeningen van alle erfgenamen nodig. De verkoopopbrengst wordt vervolgens onder iedereen verdeeld; kinderen kunnen hun kindsdeel meteen opeisen.
2. Geen testament, nieuw erfrecht (overlijden ná 2003)
Is er geen testament en is het overlijden ná 1 januari 2003? Dan gaat de hele woning automatisch naar de langstlevende. De kinderen krijgen in plaats daarvan een geldvordering—een soort ‘tegoedbon’—die zij pas mogen kindsdeel opeisen als de langstlevende ook overlijdt. Jij beslist dus zelfstandig of en wanneer het huis verkocht wordt.
3. Stilzwijgend vruchtgebruik uit oud testament
Onder het oude erfrecht werd in een testament vaak geregeld dat de kinderen (blote) eigenaar werden, terwijl de langstlevende het vruchtgebruik had. Is dit vruchtgebruik niet in het kadaster ingeschreven, dan zijn de kinderen nodig om mee te tekenen bij verkoop. Ze ontvangen echter nog geen geld; hun aandeel blijft ‘slapend’ zolang het vruchtgebruik loopt.
4. Ingeschreven vruchtgebruik
Wanneer het vruchtgebruik wél netjes is ingeschreven, blijven de kinderen formeel (blote) eigenaar. Wil je het huis dan verkopen, dan moeten zij meestal nog steeds meetekenen. Alleen als het testament uitdrukkelijk vermeldt dat de vruchtgebruiker zelfstandig mag vervreemden, kun je zonder hun toestemming tot verkoop huis overgaan.
5. Stiefouder & wilsrecht
Stel: er is geen testament en jij hertrouwt. Een kind kan dan zijn zogenoemde wilsrecht inroepen om mede-eigenaar te worden. Weigert het kind mee te werken aan de verkoop, dan kan de stiefouder naar de kantonrechter stappen om toestemming te vragen. De rechter weegt hierbij het belang van alle partijen af.
6. Modern langstlevende-testament
In een modern langstlevende-testament is meestal vastgelegd dat de woning volledig op naam van de langstlevende komt. De kinderen hebben geen zeggenschap over verkoop; hun kindsdeel opeisen kan pas later, zoals het testament aangeeft.
7. Verkoop onder de marktprijs aan één kind
De langstlevende mag de woning schenken of onder de marktwaarde verkopen aan een (ander) kind. Dit voelt soms oneerlijk, maar wettelijk is het toegestaan. Je kunt bezwaar maken, maar de rechter volgt dat alleen als er sprake is van misbruik van recht of schending van de legitieme portie.
Slot: zo voorkom je conflicten
- Check het testament en het kadaster – Zo weet je precies wie eigenaar is en of er vruchtgebruik rust.
- Laat het huis taxeren – Een onafhankelijke waarde voorkomt discussie over te goedkoop verkopen.
- Communiceer tijdig – Betrek alle erfgenamen bij de plannen; dit verkleint de kans op vertraging.
- Schakel een specialist in – Een notaris of erfrechtadvocaat kan helpen om afspraken vast te leggen, zodat niemand later voor verrassingen staat.
Door deze aandachtspunten in gedachten te houden, kun je als langstlevende partner de verkoop van het huis soepel laten verlopen en tegelijk de rechten van de kinderen beschermen.